Ik ben een aimabel mens. Anderen knopen graag gesprekken met mij aan: verzekeringscollega's van vroeger net zo goed als de kameraden van nu, de makkers van onze partij, de knoepers, zoals wij elkaar noemen." Met deze laconieke maar verdachte zelfanalyse begint dr. S zijn aantekeningen in Een ijzersterke jeugd, de nieuwe novelle van Thomas Lieske. Samen met drie partijcollega's is dr. S nl. afgezakt naar een onbestemd bergdorp om een onderzoek in te stellen naar de verdwijning van een jongetje. Ze maken van de gelegenheid dankbaar gebruik om deze vrijstaat voorgoed van zijn (kinderwereld)privileges te verlossen. Alles wordt in kaart gebracht en geregistreerd om te kunnen controleren: "Net zoals de vrijblijvendheid van de jeugd inferieur is aan de ernst van de volwassen maatschappij, is de vrijgevochten, ongeordende, niet geregistreerde samenleving inferieur aan de in kaart gebrachte, volledig geregistreerde samenleving."
Ze nemen hun intrek in een villa en de 14-jarige Augustine wordt als bediende, spionne en lustobject in huis genomen. Naast de aantekeningen van dr. S lezen we ook Augustines relaas van de excentrieke en benauwde gebeurtenissen. Dit weerbarstig, wild en duister meisje zweert bij haar kinderlijke rol van slachtoffer ? maar blijkt net zo min over een zuiver geweten te beschikken. De clash tussen kinder- en volwassenwereld leidt in Een ijzersterke jeugd enkel tot ontreddering en het besef dat de gruwel de twee werelden beheerst. "Iedereen draagt een schuld, een zondig besef, een schaamte. Iedereen verbergt een duistere kant, een geheim waarvan men liever niet heeft dat het bekend wordt, een nachtelijke gewoonte, een duistere afwijking, een achterbuurtresidu."
De vier hitsige, akelige mannen met een missie worden onder het toeziend oog van Augustine ongeleide en geobsedeerde projectielen. Maar als een uitgekookte manipulatrice weet ze zich toch staande te houden: "Met zulke heren was het delicaat omgaan. Te grote toegeeflijkheid van mijn kant riep een sfeer op van nonchalance, van wie maalt er om; een al te weerbarstige houding riep een sfeer op van niet goedschiks dan kwaadschiks, we zullen dat loze krengetje eens mores leren."
Wanneer de mannen haar dagboek ontdekken, laten ze haar in de waan en volgen ze met pervers genoegen de onthullende verhalen. Het onderzoek zou er mee opschieten, maar willen ze dat wel? En wie houdt uiteindelijk wie in de greep? "Vanaf die eerste ontmoeting met die blonde slet is een attitude gegroeid die ik liever niet bij mezelf had opgemerkt. De onkameraadschappelijkheid, de achterdocht, het achterbakse, dat ik in anderen altijd gehaat heb, is mijn deel geworden."
Met veel suggestieve kracht en met de hem kenmerkende knetterende stijl gaat Lieske in Een ijzersterke jeugd de wreedheid van het leven te lijf. Lieskes zinnen zijn soms wonderlijk bloemrijk, af en toe fileermesjes en regelmatig hilarische observatiepareltjes: "Het waren zulke kleine tiethummeltjes. Bibberende stukjes
doofstom spek bij mijn tepels. Meer niet." Ondanks de morbide en amorele spiegel die ons in de novelle wordt voorgehouden, verleiden de eigenzinnige taal en de buitenissige maar dreigende sfeer de lezer moeiteloos.
[Jan Bettens] Verberg tekst

Deze nieuwe, krachtige, novelle van Tomas Lieske wordt in alternerende hoofdstukken verteld. Er zijn acht hoofdstukken 'Uit de aantekeningen van dr. S' ('Ik ben een aimabel mens', zo begint hij) en acht verhalen van het 14-jarige meisje Augustine. Vier megalomane partijleden (plaats en tijd blijven in het ongewisse) begeven zich naar een bergdorp in Midden-Europa. De machtszieke, fascistoïde partijgangers -registreren en administreren zijn hun tweede natuur- moeten klaarheid brengen in de zaak van de verdwijning van een kind. Zij vorderen een huis en trekken daar in. Het meisje Augustine, die als dienstmeisje aan de vier doctoren is toegevoegd, blijkt alles met deze verdwijning te maken te hebben. Een wrede kinderwereld stoot op een nog wredere volwassenenwereld. Er is een ongehoord broeierige geilheid in deze novelle; onder de kinderen, maar meer nog onder de volwassenen naar met name Augustine toe. Een verontrustende, modern-Kafkaëske vertelling. Andermaal toont Lieske (1943) een superieure stijlhantering. Gebonden op formaat royale pocket; kleine druk. Verberg tekst